Nietsvermoedend ging ik de trap op bij mijn moeder.
In mijn sprintje richting de overloop keek ik in een rechte lijn de slaapkamer van mijn broertje in.
En wat ik daar zag….
Mijn emoties zaten die dag al hoog maar op dat moment liep de emmer bijna over.
Zonder dat te laten merken en vol verbazing, ging ik naar mijn broertje toe om even te kletsen.
Ik wist dat hij zijn slaapkamer net een make-over had gegeven dus keek ik bewonderenswaardig rond terwijl we het over van alles hadden.
Toch werd mijn blik steeds naar dat ene punt getrokken.
Naar die plek. Waarvan ik niet had gedacht dat ik er zo vaak naar zou gaan kijken.
En die - waarschijnlijk per toeval - zo’n ‘eyecatcher’ was geworden dat iedereen die de trap op zou komen het meteen kon zien als de kamerdeur openstond.
Ik wist van het bestaan ervan. Ik had het zelfs al fysiek zien liggen, maar tussen al die andere hoogtepunten had ik nooit gedacht dat uitgerekend deze het ‘erepodium’ zou bereiken.
Dat er al één in het zicht stond van mijn broertjes samen begreep ik volledig. In mijn eigen woning heeft die ook een belangrijke plek toebedeeld gekregen. Samen staan mijn broertjes sterk en iedereen wordt er altijd vrolijk van als ze het zien.
Maar dat mijn broertje er dáárnaast één had gezet van ons samen, op een belangrijk moment in zijn leven, ontroerde me.
Dat het niet één was van hem met zijn vader of moeder, maar met mij. Zijn zus die hij nooit heeft gekend zonder smetvrees of andere ‘moeilijke dingen’, waardoor bijna nooit iets vanzelf ging of zomaar kon.
Die wel op hem paste en met hem speelde of hielp met zijn huiswerk, maar die vaak ook wel ‘voorwaarden’ had waaraan voldaan moest worden voordat iets kon of achteraf nog in paniek kon raken om het één of ander.
En ook al heb ik weleens beter op een foto gestaan, dat hij een foto van ons samen op een plankje boven zijn bed heeft staan maakte mijn dag weer goed.
Reactie plaatsen
Reacties