Ik was onderweg op de fiets. Ik reed geen ingewikkelde weg, maar gewoon een weg die ik al zo vaak had gereden. Langs wat winkels, langs wat ‘hoogtepunten’ van de stad waarin ik woon.
Ik fietste langs terrassen, keek naar de mensen en natuurlijk weer geregeld in de zon.
De helft van de tijd fietste ik dus met samengeknepen ogen, half naar beneden kijkend of mijn hand bij mijn voorhoofd zodat ik nog wat kon zien, want een zonnebril – ook al is het beter voor je ogen - , dáár doe ik niet aan.
Na een tijdje kwam ik op een heel druk gedeelte en verdween in een meute van toeristen.
Geconcentreerd probeerde ik me tussen hen door te manoeuvreren en toen ik eindelijk door de grootste massa heen was, zag ik opeens iets waarvan ik even niet wist of ik het echt goed zag.
Even ging ik terug in de tijd. In eerste instantie naar mijn tijd op de basisschool.
Daar waar ik het meestal enorm naar mijn zin had maar waar ik – naast ‘spontaan, behulpzaam en beleefd’ - ook niet altijd de makkelijkste was. Toch was ik daar nog wél het onbezorgde kind.
Daarna flitste ook al snel de daaropvolgende tijd door mijn hoofd.
En wat ik net voor me had gezien was het gevolg van al die jaren.
Eigenlijk wist ik ergens wel dat dit gaande was of in ieder geval was geweest. Ik had iets vergelijkbaars namelijk al meer dan tien jaar eerder meegemaakt.
Ergens had ik het geaccepteerd en er vrede mee, maar ergens ‘stak’ het me ook en was er teleurstelling.
Want ondanks dat ik op de basisschool wel ‘beste vriendinnen’ had, weet ik nu dat ik zelf niet zo’n ‘beste’ vriendin was.
Ik deed vaak wel aardig en we konden samen lachen, maar uiteindelijk wilde ik – achteraf gezien – zelfs op de basisschool al de controle houden. Zij waren daar niet tegen opgewassen dus deden vaak wat ik had bedacht of wilde.
Met onze overgang naar verschillende middelbare scholen leken de rollen te worden omgedraaid.
Op die middelbare school was ik ‘de zwakste schakel’.
Mijn kaartjes naar de meiden van de basisschool werden al gauw niet meer beantwoord en na tien jaar zag ik ze pas weer, op de reünie van de school van ‘toen’. Samen kwamen ze aan en samen gingen ze weer weg.
Mijn teleurstelling was dus omdat ze het (nu nog steeds) leuk hadden zonder mij. Maar ik kwam er ook achter dat ik ze eigenlijk – hoe onaardig dat misschien ook klinkt – niet miste. Destijds waren we ongelijkwaardig aan elkaar en misschien is gelijkwaardigheid juist wel één van de belangrijkste voorwaarden aan een vriendschap…
Het was een andere tijd en op een andere plek, maar verder leek het beeld dat ik zojuist zag verdacht veel op dat na afloop van de reünie van meer dan 10 jaar geleden, toen ik ze ook met z’n tweeën weg zag fietsen.
Het voelt voor mij dan soms wel alsof iedereen die ik ken veel verder is in zijn leven en dat van mij zo goed als ‘stil staat’, nadat ik dit tafereel voorbij zag komen, leek het even of niet alleen voor mij de tijd had stilgestaan….
Reactie plaatsen
Reacties