Dagen, misschien wel weken lang zat ik eraan te denken. Over hoe het nu zou zijn en hoe het was geweest.
Er kwamen herinneringen boven van vroeger. Van toen ik nog een klein meisje was, vol verwachting tot het eindelijk zover was.
Van die tijd dat ik me nog nergens druk over maakte.
Dat ik er zonder mitsen en maren van genoot en iedereen dat ook duidelijk kon zien.
Al hoefde ik niet te weten hoe en waarvan het was gemaakt, mee met het ophalen wilde ik wel.
Dat was nu wel anders. Want al die dagen of misschien zelfs weken lang twijfelde ik of ik er in dit stadium van mijn leven opnieuw van zou kunnen genieten, door al de mitsen en maren die ik in al die jaren bij elkaar had ‘gesprokkeld’.
Want, ook al wilde ik het stiekem nog steeds niet weten, ik wist waar het van wordt gemaakt, wat erin zit en dat ik er mogelijk spijt van zou krijgen als ik eraan toe zou geven.
Maar omdat dat ‘toegeven’ zou plaatsvinden in een voor mij veilige omgeving – met alleen mijn moeder erbij die hetzelfde zou doen – én het toch niet zó slecht zou zijn als heel veel mensen mij voor waren gegaan, ging ik overstag.
Terwijl ik nog aan het werk was had mijn moeder al wat voorbereidingen getroffen en eenmaal bij haar thuis spraken we nog even ons ‘plan van aanpak’ en de (eventuele) gevolgen door.
Vervolgens ging ik me fatsoeneren en ging zij op pad. In die paar minuten ging mijn moeder recht op haar doel af om zo snel mogelijk weer thuis te kunnen zijn. Dan konden we snel beginnen en was er voor mij ook weinig mogelijkheid om nog terug te krabbelen.
Toen mijn moeder eenmaal terug was, kon ik er echt niet meer omheen. Maar dat wilde ik ook niet. Ik was veilig bij mijn moeder, had een deel van mijn bord ter compensatie vol met vitamines en mijn moeder en ik hadden er allebei zin in.
Met volle overtuiging genoten we daarom voor een keer van een kroket, patat én – voor mij de grootste hindernis – satésaus.
Want genieten is ook gezond, toch?!
Reactie plaatsen
Reacties