Soms ben ik bang voor de gesprekjes aan het begin of eind van de dag.
Voor wat ik kan verwachten, omdat ik hoop dat ik niks vergeet te zeggen of te vragen óf omdat mensen dan zo dichtbij staan.
Omdat zich binnen mijn ‘aura’ veel meer afspeelt dan alleen een gesprekje over hoe het gaat of ging met de mensen met wie wij werken.
De onzekerheid over hoe mensen naar mij kijken, figuurlijk maar ook letterlijk, maakt dat ik ook vaak opzie tegen zulke gesprekjes.
Want hoe dichterbij ze staan, hoe meer lijntjes, rimpels, vlekken, kringen of wat dan ook ze kunnen zien.
En om eerlijk te zijn, kijk ik door die onzekerheid, zelf ook zo naar de mensen met wie ik de gesprekjes voer.
Ik probeer hen zoveel mogelijk in de ogen te kijken (voor zover dat haalbaar en logisch is binnen de gesprekjes natuurlijk) maar intussen scan ik hun hele gezicht.
Ik kijk of zij rimpels hebben om hun mond en in hun voorhoofd, donkere kringen hebben onder hun ogen en zelfs hoe mooi hun tanden zijn. En ik hoop dat zij daar bij mij niet op letten.
Want ik weet dat ik er, door hoe ik leef en in het leven sta, in ieder geval vaak moe uit zie. En ik zie bij mezelf lachrimpels. En daar schaam ik me vaak voor. Niemand wil er moe uitzien of mogelijk ouder dan hij of zij is, toch?!
Net als de dwang me op zo’n moment bijna wil ‘overnemen’, krijg ik dan, van één van de mensen met wie ik werk, een knuffel of een ‘high – five’ of wordt er gezegd dat ik lief ben.
Op dat moment zien ze dan een glimlach op mijn gezicht en gaan mijn ogen stralen. Want dáár gaat het eigenlijk natuurlijk écht om….
Reactie plaatsen
Reacties