Elke keer als ik bij mijn moeder ben, zie ik ze steeds liggen. En beneden, behorende bij mijn eigen woning, ook.
Heb ik er weer één bij mij gevonden, dan gaat deze met mij mee op pad. Om uiteindelijk bij zijn ‘lotgenoten’ bij mijn moeder terecht te komen.
Bij mijn moeder neem ik me voor om aandacht aan ze te besteden. Maar vóórdat ik dat doe, moet ik altijd eerst even een ‘drempel’ over.
Want regelmatig zijn ze niet meer zo gaaf als toen ze ter wereld gebracht werden.
Regelmatig is mijn moeder ook nieuwsgierig naar ze waardoor we soms samen even over ze praten en ik al even een blik op ze werp.
Dat wakkert mijn interesse dan vaak zó aan dat het me over de streep trekt. Als het even rustig is, sla ik ze dan open, met een tissue, – want ze hebben al een hele reis gemaakt – en begin ik te lezen.
Ik lees de dingen die ik interessant vind. Soms is dat iets leuks, een andere keer triest of informatief.
Vaak gaat het prima zonder dat ik iets aanraak wat ik ‘vies’ vind. Soms gaat het mis.
Dat is geen drama maar een klein ‘smetje’ op het lezen van de plaatselijke krant.
Toch ben ik – ook al moet ik dan weer mijn handen wassen - achteraf altijd wel blij dat ik weer precies weet wat er speelt in mijn woonplaats.
Of zich al een week eerder heeft afgespeeld maar ik weer te laat was met lezen.
Mocht ik ooit weer een keer ‘normaal’ de krant lezen dan….
Dan kan dat in de krant!
Reactie plaatsen
Reacties