Elke dag, als ik in mijn eigen woning ben, hou ik hem in de gaten. Ik kijk waar hij ligt en vooral waarop, hóe hij ligt, of er wat op hem terecht kan komen of al ís gekomen….
En vrijwel elke dag, als ik in mijn eigen woning ben, moet ik hem zien te bezweren. Want hij heeft mij eigenlijk niet nodig, maar ik hem wel regelmatig.
Ga ik bij mijn moeder logeren, dan moet hij mee. Met handschoenen aan probeer ik hem in zijn tijdelijke verblijfplaats – alleen om in te reizen - te wurmen. Hij werkt nooit mee en soms komt zijn boven - of onderkant, voor - of achterkant er weer uit. Alsof hij mij te pakken wil nemen.
Ben ik bij mijn moeder, dan lukt het haar direct om hem te temmen. Alsof ze geen enkele angst of vrees kent, pakt ze hem uit zijn tijdelijke verblijfplaats en legt ze hem waar ze hem hebben wil. Hij laat zich dan ook rustig pakken en ze mag hem ook zonder problemen schoonmaken.
Als hij dan eenmaal ‘schoon’ is, vrees ik al wat minder voor ‘m. Maar 100% vertrouw ik het allemaal niet, want hij zou overal gelegen kunnen hebben en iedereen zou hem kunnen hebben aangeraakt. Zeker ook wanneer ik het niet zou hebben gezien.
Zou ik geen mobiel (nodig) hebben dan zou hij lekker bij mijn moeder mogen ‘wonen’. Maar in de huidige tijd heb ik die oplader van mijn mobiel toch écht nodig. Dus gaat hij altijd – ook al is het soms met veel moeite – weer mee terug naar mijn eigen woning.
Al is het alleen al zodat de accu van mijn telefoon dan vol genoeg is en ik in ‘nood’ mijn moeder kan appen om te vragen of ze hem bij mijn woning op wil komen halen en hij op mijn werk niet de hele dag ‘vies’ en opgepropt in mijn tas zit.
Reactie plaatsen
Reacties