Een tijd geleden haalde ik de post uit mijn brievenbus.
En waarschijnlijk niet geheel onverwacht, gaat dat bij mij meestal gepaard met nogal wat gedoe. Vaak met handschoenen aan, sjouwend met tassen en dan zo snel mogelijk de brievenbus met het sleuteltje opendoen, de post eruit pakken en de brievenbus weer goed dichtdoen. Zo snel mogelijk, omdat ik altijd probeer om weer terug door de tussendoor – van de ruimte met brievenbussen naar de hal met de trappen – te gaan voordat de deur dichtgaat. En ik dus weer een andere sleutel moet gebruiken om díe deur weer open te maken.
Door al dat ‘geklungel’ zág ik wel dat er bovenop het pakket reclame in mijn brievenbus een slordig briefje lag, dat er afviel toen ik het uit de brievenbus haalde, maar besteedde ik daar verder weinig aandacht aan en liet het liggen. Alsof de vloer er daar al zo lekker fris en opgeruimd uit zag …
Tot ik via de trappen en de gang naar mijn woning liep. Ik begon te fantaseren over wat er op het briefje zou staan. Zou het per toeval in mijn brievenbus terecht zijn gekomen of zou iemand het gericht in mijn brievenbus hebben gedaan?
Zou het een buurman zijn die klaagde over het lawaai dat ik maak als ik spullen verschuif in mijn woning omdat ik het vies vind om ze aan te raken en op te tillen?
Zou het voor iemand anders zijn of zou iemand een grap met me uithalen?
Of zou het…? Dat zou leuk zijn… Zou het iemand uit het gebouw zijn die graag mijn telefoonnummer wil om eens te kletsen en wat te drinken en heeft gezien bij welke brievenbus ik ‘hoor’?
Die dag zou ik het niet meer te weten komen want ik ging écht niet weer terug om dat briefje - dat nu zelfs op die vieze grond lag - op te rapen.
Het was vast niet belangrijk dus zou ik het vast vergeten.
Maar nee, ik werd er gewoon zenuwachtig van.
De volgende dag lag het briefje er nog dus ging ik kijken. Ik raapte het, met handschoenen aan, op.
Ik vouwde het open en…..
Er stond een nummer op.
Geen telefoonnummer maar waarschijnlijk een nummer zodat de bezorger van de reclamefolders wist waar de pakketten bezorgd moesten worden
Stiekem vond ik het een beetje jammer. Maar ik bekeek het positief: zo had ik in ieder geval geen ‘stille aanbidder’ die in hetzelfde gebouw woonde en dus elke keer zou kunnen weten of ik thuis was. Dat scheelde weer mogelijke verwachtingen waar ik misschien niet aan zou kunnen voldoen…
Reactie plaatsen
Reacties