Het was de op één na laatste dag van 'onze' week. Met z'n allen zouden we een tocht gaan maken. Dit keer hoefden er niet veel spullen mee: één tas met wat proviand en ieder zijn eigen apparatuur. Tenzij we inschatten dat we dat niet nodig zouden hebben. Op onze 'basis' hadden we net goed gegeten dus we gingen er vanuit dat we dit wel aankonden.
We begonnen aan onze tocht.
Eerst naast elkaar, maar al gauw liepen we in het gelid.
Onze commandant gaf het tempo aan. We lieten het - na een paar lastige momenten - wel uit ons hoofd om hem in te halen. Dan waren we al snel de weg kwijt. Af en toe stond hij ons op te wachten tot we eindelijk weer 'bij' waren met het lopen.
Na al een hele tocht te hebben gemaakt over zand, langs zee en heel veel vogels, begon de schemering in te treden. We zagen niet veel meer dan wat vlak voor ons lag, en ergens in de verte de lamp van een vuurtoren. Tijd om de apparatuur uit te testen. En voor mij om snel wat van het proviand te verorberen. Anders kon ik na terugkomst niet meteen mijn tanden poetsen en naar bed én was er kans dat ik het einde van de tocht niet ongeschonden zou halen.
We liepen verder en een tijd later moest ik ongelofelijk nodig naar de wc. Nergens kon dat, nergens mocht dat en nergens zou ik dat ook willen. Met moeite sjokte ik verder achter de anderen aan, toen er in de verte eindelijk een licht verscheen. Nog even en we hadden de eindstreep gehaald.
Daar was de strandtent waarbij de auto geparkeerd stond. Moe reden we terug en doken zo snel mogelijk ons bed in. De volgende dag zouden we weer terug naar huis gaan. Deze tocht – op onze gezinsvakantie vorig jaar - was een hele belevenis. Wel leuk voor een keer, maar dit jaar slaan we een jaartje 'op vakantie' over. Dit jaar vieren we thuis vakantie.
Maak jouw eigen website met JouwWeb